De Prinsenhof is voorgedragen om als gemeentelijk monument erkend te worden in de gemeente Best. Dit pand aan de Hoofdstraat heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1929, toen het zuidelijke deel werd gebouwd op initiatief van pastoor B. Prinsen, speciaal als patronaat voor jongens en mannen.

Het gebouw door de jaren heen is in drie fasen gerealiseerd tot hoe we het nu kennen. In 1934 werd het noordelijke deel, het KVJ-huis, toegevoegd, dat bedoeld was voor het verenigingsleven van katholieke jonge vrouwen. Na de verwoesting van het gemeentehuis tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeerde dit deel als noodgemeentehuis tot 1962.

In de jaren zeventig werd het complex omgevormd tot een jeugdcentrum. Het gebouw kreeg in 1979 en 1980 te maken met meerdere branden, waarna er herstelwerkzaamheden plaatsvonden. In 2012 onderging het pand een transformatie tot het huidige zalencentrum, dat de naam Prinsenhof kreeg.

Het gebouw maakt deel uit van het rooms-katholieke gebied in het centrum van Best, samen met onder andere klooster Nazareth, de St. Odulphuskapel en -kerk, de pastorie en de begraafplaats. De Prinsenhof heeft volgens de gemeente en Erfgoedvereniging Dye van Best cultuurhistorische waarde als een uitdrukking van het rooms-katholieke verenigingsleven en als voormalig gemeentehuis van Best.

Architectonisch gezien is het pand een herkenbaar voorbeeld van een gemeenschapshuis uit het Interbellum. Ondanks de branden zijn er nog enkele originele elementen bewaard gebleven, zoals het tongewelf en het podium in de grote zaal, evenals het karakteristieke hang- en sluitwerk.

In september 2024 heeft de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant het pand beschreven en voorgedragen voor plaatsing als gemeentelijk monument, met uitzondering van de uitbouw uit 2012. Recentelijk is ook St. Oedenrodenseweg 63 voorgedragen als gemeentelijk monument.